Van gameroom tot geen tv
Hoe verschillend gaan steungezinnen om met beeldschermgebruik? Met drie gezinnen ging ik erover in gesprek.
Gamen als gedeelde passie
Kurt en Selin, een stel van eind twintig, zijn echte gamefanaten. Hun zolder hebben ze ingericht als een heuse gamekamer, compleet met een enorm computerscherm en een gamestoel. Voor de twaalfjarige Mirte, die eens per twee weken een middag bij hen is, is dit een waar paradijs. Kurt: “Het is chill om samen te gamen. Thuis speelt Mirte wel spelletjes op haar telefoon, maar doet ze dat vooral in haar eentje. Hier is het een hobby die we samen delen en we hebben veel lol met z’n drieën.”
‘Er is nog zoveel meer’
Angelique en haar man hadden vroeger de televisie in huis steeds aanstaan. Na de geboorte van hun dochter stelden ze zich de vraag: ‘Wat kijken we nou eigenlijk de hele dag?’ Ze hebben de televisie het huis uit gedaan en hebben deze nog geen moment gemist. Hun dochter is nu 7 jaar. Af en toe kijkt ze gericht een filmpje via de laptop. Ze hopen haar mee te geven: ‘Er is nog zoveel meer’. Om de week op zondag komt haar vriendje via Buurtgezinnen. “Gisteren lag hier de hele kamer nog vol met doeken en speelden ze de zee. Met een televisie aan waren ze daar misschien niet toe gekomen.”
‘Ze wordt er helemaal in gezogen’
Bart en Laura hebben twee jonge dochters. Bij de oudste merkten ze al snel dat ze bij televisie kijken ‘er helemaal in wordt gezogen’. Ze vergeet dan alles om zich heen en kan heftig reageren wanneer de tv uit moet. Ook merken ze dat zij gedrag en stemmetjes overneemt van personages uit filmpjes. Daarom kozen ze ervoor om een schermtijd aan te houden van 4 tot half 6 ‘s middags. Dit tijdvak hebben ze op de klok met tape aangegeven, zodat ze de meisjes er makkelijk naar kunnen verwijzen. Ook maken ze bewuste keuzes over wat er wordt gekeken. “Programma’s met van die kinderlijke stemmetjes komen er hier niet in. Wel Buurman en Buurman, of programma’s met proefjes en weetjes: Goed voor de algemene kennis.” Tablets en mobieltjes? Dat proberen ze nog zo lang mogelijk uit te stellen. “Maar ze moeten wel weten dat het er is. In de toekomst zullen we er niet aan ontkomen, dus het is ook goed om het een beetje te leren.”
Geef een reactie