Op je sokken naar de buren

Mirjam, Daan en hun zoon Joris (6) wonen in een woongroep. Met acht huishoudens wonen ze in een verbouwde boerderij. Geke Maes, coördinator bij Buurtgezinnen, sprak Mirjam over hun ervaringen. Hoe ziet het groepswonen er in de praktijk uit en wat maakt de opvoeding van hun zoon anders dan die van een eengezinshuishouden?

De woongroep

“De boerderij bestaat uit acht appartementen, die allemaal grenzen aan de gang. Je kan dus op je sokken naar de buren lopen”, vertelt Mirjam. “Ieder huishouden heeft een eigen woonruimte, maar met elkaar delen we de tuin en bepaalde voorzieningen zoals wasmachines. We hebben buiten een gezamenlijke speeltuin, zwemvijver, moestuin en kippen. Dat hadden we als gezin alleen nooit kunnen doen. Er wonen hier zowel gezinnen, stellen als alleenstaanden. De leeftijden van onze huisgenoten liggen tussen de 1 en 66 jaar. Eens per maand hebben we een gezamenlijke klusdag en eens in de acht weken een vergadering. Daar tussenin zijn de contacten vrijblijvend. Soms gaan we als huisgenoten bij elkaar op bezoek of eten we samen. In de zomer komen we elkaar wat vaker buiten tegen.”

Het is echt samenleven

“Joris vraagt af en toe: ‘Mag ik bij iemand spelen?’ Hij bedoelt dan niet eens specifiek een ander kind, maar hij vindt het gewoon fijn om even uit zijn standaard ruimte te zijn. In andere huizen is weer een andere sfeer, zijn andere mensen en ander speelgoed. We hebben hier wel duidelijke afspraken over gemaakt. Joris moet altijd kloppen en vragen of hij binnen mag komen. We vinden het belangrijk dat huisgenoten ook ‘nee’ durven zeggen wanneer ze er geen zin in hebben. En Joris leert daar ook weer van. Het is meer dan op bezoek gaan, het is echt samen leven.”

Wat brengt het jullie?

“Ieder gezin geeft op een andere manier invulling aan het leven. Joris leert zo dat dat er verschillen zijn, dat mensen verschillende keuzes maken en dat dat allemaal oké is. Het maakt zijn wereld groter. Onze huisgenoten brengen ook hun eigen netwerk mee. Zo kan het gebeuren dat er een groep in de tuin wilgentenen aan het vlechten is en dat hij daar bij staat te kijken. En we hebben hier een kindervoorstelling gehad, daar hebben we een mooie plek voor. Er is altijd wel reuring.”

Zijn er ook nadelen?

“Bij wonen in een woongroep heb je te maken met trage besluitvorming. Overal moet over worden gepraat en iedereen wil meebeslissen. Het duurt dan lang om tot actie te komen. En je hebt natuurlijk te maken met verschillende mensen en opvattingen. Zo is de één opgeruimder en is de ander wat rommeliger. In de leefruimtes kan er wel eens wat rommel of kleding van een ander gezin rondslingeren.”

Samen opvoeden

“Doordat Joris soms even onderdeel is van een ander gezin, ervaart hij ook de dynamiek van broertjes en zusjes onderling. Een meisje van zijn leeftijd is als een zusje voor hem. Soms zit Joris in bad en voor je het weet zit zij er ook bij. Een stel dat zelf geen kinderen heeft, ‘leent’ soms even de kinderen. Dat brengt ons wederzijds iets. Sommige andere huisgenoten hebben hier weer minder behoefte aan, kinderen brengen natuurlijk ook drukte mee. En wanneer we ’s avonds een afspraak hebben, brengen we de babyfoon naar iemand in de woongroep. Dit gaat super makkelijk en geeft ook een stukje vrijheid.”

  • 5/5
  • 2 ratings
2 ratingsX
Klein beetje leuk! Beetje leuk! Leuk! Erg leuk! Heel erg leuk!
0% 0% 0% 0% 100%